Zodra de pup in uw gezin komt begint de opvoeding. Daarmee bent u de hele dag bezig al klinkt dit zwaarder dan het feitelijk is. Ik “train” de hond op diverse momenten per dag maximaal tien minuutjes per sessie. De oefeningen die ik hier beschrijf komen dagelijks aan bod en worden langzamerhand moeilijker.
De oefening ‘zit’
Een simpele oefening om aan te leren. Lok de hond met stem en koekje en beweeg het koekje boven de kop van de pup naar achteren. De pup blijft het koekje volgen en ‘valt’ vanzelf achterover op zijn kont. Zeg op dat moment ‘zit’ en beloon met het koekje.
De oefening ‘down’ of ‘af’
Vanuit zit kunt u de hond down leggen. Beweeg het brokje naar beneden en naar voren en houdt ondertussen de pup met uw andere hand boven op de rug, ter hoogte van het bekken, op de plek zodat alleen zijn voorpootjes naar voren kunnen. Zodra de pup down ligt herhaalt u het commando ‘af’ of ‘down’ en beloont u direct met het brokje.
Een variant op deze oefening is door op de grond te gaan zitten met één been opgetrokken als een boogje. Lok de pup onder het boogje door naar het brokje en zorg hierbij dat de pup zich behoorlijk moet bukken. Op het moment dat hij er onderdoor kruipt maakt u het boogje kleiner zodat hij ligt. Op dat moment herhaalt u het commando ‘af’ of ‘down’ en beloont hem door het brokje te geven.
De oefening ‘wacht’ en / of ‘blijf’
Als de pup de oefening ‘zit’ beheerst kunt u gaan uitbreiden en de beloning uitstellen. Ik geef het brokje niet voor het zitten maar ga eerst rechtop staan met de hand met daarin het brokje tegen mijn borst. Dat wordt straks het gebaar voor ‘zit’. Ik zeg ‘wacht’ met opgeheven hand (zonder brokje er in) en geef dan pas het brokje, nog voor de hond omhoog komt dus als hij nog met vier poten de grond raakt. In een later stadium loop ik een paar pasjes bij de hond vandaan. Hetzelfde geldt voor het down liggen en blijf.
Het verschil tussen ‘wacht’ en ‘blijf’ is dat de hond bij het commando ‘wacht’ weet dat er nog een vervolgcommando komt zoals bijvoorbeeld ‘kom voor’. Bij het commando ‘blijf’ ga ik altijd naar de hond toe om hem te halen. Ik laat de hond bij ‘blijf’ dan ook altijd liggen. De hond weet dat hij moet blijven liggen totdat ik weer terug ben. Het voordeel hiervan is dat de hond heel rustig op de plaats blijft liggen omdat hij geleerd heeft dat hij zonder dat ik bij hem ben, nooit overeind mag komen.
De oefening ‘vooruit sturen en komen op bevel’
Eigenlijk zijn dit twee oefeningen namelijk het vooruitsturen, de hond moet bij je vandaan en het terug komen op het moment dat je de hond roept. Deze oefening is een begin van het dirigeren en dat is, behalve dat het heel leuk is, ook nog heel zinvol bijvoorbeeld om de hond te helpen een apport te vinden of om hem te helpen om een uitgang te vinden.
Foto 1
Met een duidelijk handgebaar en het commando ‘wacht’ dwing ik Guusje om te blijven zitten. Enkele meters voor Guusje leg ik een brokje op de grond. Dit is een heel lastige oefening want ik buk me en dat is voor de hond een spelhouding. Ik blijf contact houden met de hond en zie dat ze inderdaad blijft zitten. Zou ze dat niet doen dan raap ik het brokje op en begin de oefening opnieuw. Ik doe de oefening onaangelijnd omdat Guusje al goed luistert maar als je daar niet zeker van bent dan zou je de hond aan een lijn moeten leggen zodat de pup niet in de fout kan gaan door voor zichzelf te gaan werken en iets heel anders te gaan doen.
Foto 2
Ik loop terug naar Guusje en stuur haar met een handgebaar en het commando ‘vooruit’ naar het brokje.
Foto 3
Guusje doet wat ik van haar verlang en gaat naar het brokje. Als ze het op heeft roep ik haar terug met een hoge stem en een brokje en het commando ‘kom voor’.
Foto 4
Guusje komt graag bij mij terug om het volgende koekje te incasseren!
Tip: met een helper is het gemakkelijker. Hij kan het succes wegnemen door de voerbak of het brokje op te tillen als de pup er toch naar toe gaat. Corrigeer verder niet en zeg ook niets. De actie van de pup levert hem niets op.
Tip: Deze oefening kunt u ook met een bakje voer uitvoeren. In plaats van het brokje zet u of de helper het bakje voer op de grond. De hond moet wachten op tot u het commando ‘vooruit’ geeft
Een variant op deze oefening is het brokje of het bakje voer links of rechts van de hond te zetten op enkele meters afstand. De hond moet wederom blijven zitten, doet hij dat niet dan tilt u of de helper het bakje op en heeft hij geen succes.
U gaat nu niet naast de hond maar voor de hond staan en strekt uw arm uit naar de kant waar het bakje staat. Is dat links van u dan zegt u ‘naar links’ en stuurt zo de hond de gewenste richting uit.
In plaats van het commando met stem en gebaar gebruik ik ook de fluit maar we beginnen altijd met het gesproken woord. Als de hond dat begrijpt kan een nieuw commando toegevoegd worden. Een nieuw commando komt altijd vóór een oud commando.
De oefening ‘volg’
De pup moet van begin af aan leren dat trekken aan de lijn hem geen beloning opleveren. Ik leer het volgen graag aan met de clicker maar dan moet de hond de clicker wel begrijpen. Meer informatie over de clicker vindt u op de pagina clickertraining.
Het aanleren is eigenlijk heel simpel: u hebt een tasje snoepjes om uw middel (dat werkt bij het opvoeden / trainen nou eenmaal het best) en houdt met uw linkerhand een snoepje voor de neus van de pup als uw pup links loopt. In de rechterhand houdt u de lijn vast die in een lus dient te hangen. Als de pup rechts loopt dan wisselt de houding. (de lijn hangt dus diagonaal voor uw buik) Zodra de hond naast u loopt clickt u en beloont direct. Dit herhaalt zich heel frequent. Loopt de hond voor u dan blijft u even stil staan en gaat pas weer verder als hij naast u loopt waarna u weer clickt voor het juiste gedrag. Let op dat u niet corrigeert! (ook niet met de stem) Pas wanneer de pup het goed doet krijgt hij aandacht en clickt u. Dat clickeren bouwt u geleidelijk af. De pup zal naar u opkijken omdat er normaal gesproken altijd beloond werd en dit nu uitblijft. U clickt zodra hij kijkt en beloont nu alleen nog maar met click en beloning als de pup naar u kijkt. Af en toe gaat u weer even terug naar het basis en beloont weer regelmatig zodat het voor de hond spannend blijft.
Tip: Wissel vooral ook met de beloningen en geef af en toe een flinke bonus!
De oefening ‘rust op de plaats’
Één van de grootste ergernissen vind ik een hond die aan de lijn “jengelt” terwijl je staat te praten. Zo’n stuiterbal die voortdurend de aandacht opeist als is het een verwend kind dat aan de mouw van je jas trekt en constant “ma-ham, wanneer gaan we dan” zegt. Ik wilde dit van mijn kinderen nooit hebben en accepteer dat ook absoluut niet van mijn hond(en). Gelukkig kost het me nauwelijks energie om het gedrag af te leren, als het al aangeleerd is.
Leg de lijn van de hond op de grond en ga er met de voet op staan, zodanig dat de hond wel kan zitten, liggen of staan. Schenk verder ogenschijnlijk geen aandacht aan de hond, maar houdt hem met een scheef oog in de gaten. Zodra hij rustig is geeft u hem een brokje. U beloont hem heel frequent voor het rustig zijn. Gebruikt u de clicker dan kunt u eerst clicken voor het moment. U zult zien dat de hond al snel begrijpt wat de bedoeling is en u kunt voortaan rustig praten zonder een storende stuiterbal aan de lijn te hebben.
De oefening ‘inchecken’
Als de hond naar u kijkt zonder dat u daar om vraagt dan noemen we dat ‘inchecken’. Dit gedrag moet uiteraard goed beloond worden want het is prettig als de hond ons in de gaten houdt.
Zet de hond aan de riem voor u neer en geef hem een kleine beloning zodra hij oogcontact maakt en vertel hem dat ie braaf is of click voor het contact maken. Elke keer dat hij dat doet wordt hij beloond.
De oefening ‘inchecken op naam’
Hetzelfde als bij inchecken maar nu vraagt u aandacht door de hond bij naam te noemen. Zodra hij kijkt beloont u met stem of clicker en een brokje.
De oefening ‘turn around’ of ‘draai’
Deze oefening is goed voor de rugspieren en belangrijk als warming-up bij bijvoorbeeld behendigheid. De hond zit of staat voor u. U houdt een snoepje schuin boven zijn hoofd en maakt een draaibeweging met uw arm. De pup volgt het snoepje en draait een rondje. Geef het commando ‘turn around’ en beloon. Wissel de richting af.
De oefening ‘zoek’
De hond moet het commando ‘zit en wacht’ begrijpen. U legt duidelijk in het zicht een brokje neer. Ga terug naar de hond en stuur hem met het commando ‘zoek’ naar het brokje. Uiteraard hoeft hij nu niet te zoeken maar het gaat er om dat hij het woord aanleert. De volgende keer verstopt u het brokje maar laat de hond wel zien waar u het verstopt. Uiteindelijk verstopt u het brokje zonder dat de hond het ziet en moet hij dus met zijn neus aan het werk. Als de hond dol is op speeltjes en deze ook terug brengt dan kunt u het ook met een speeltje doen.
Tip: verstop een paar snoepjes onder een deken of laken. Hersengymnastiek!
Leren apporteren
Een Stabij en een Wetter apporteren niet van nature. Het moet ze meestal aangeleerd worden. Ik leer ze eerst dat ze dingen vast moeten houden. Als een pup bij me komt met een speeltje in de bek prijs ik hem de hemel in en herhaal het woord ‘apport’ heel regelmatig terwijl ik hem ondertussen rustig langs de kop aai. De hond vindt dit vaak heel fijn en blijft rustig staan met het apport in de bek. In een andere sessie gebruik ik een klein verfrolletje waar lokstof eend of konijn op zit. Ik daag de pup uit om het verfrolletje te bemachtigen en houdt hem aan de lijn. Als de pup het vast heeft zeg ik vriendelijk en rustig ‘apport’ net als bij het speeltje. Vervolgens neem ik het uit de bek met ‘los’ en geef het onmiddellijk weer terug met ‘apport’. Dit doen we heel regelmatig in huis maar ook tijdens de wandeling. Als de pup gretig is naar het apport gooi ik het een eindje bij me vandaan en ren er samen met de aangelijnde pup naar toe. Gaandeweg leert de pup dat het een feestje is om te apporteren. Als ik er helemaal zeker van ben dat de pup het apport bij mij terug brengt doe ik de oefening pas onaangelijnd. Ik wil pertinent niet dat de pup er met het apport vandoor gaat en zijn eigen feestje heeft.