Castratie / Sterilisatie

Bij teven spreekt men vaak van sterilisatie doch, er wordt zelden gesteriliseerd maar gecastreerd. Bij sterilisatie worden de eileiders afgebonden. Deze ingreep kan eventueel weer ongedaan gemaakt worden en heeft geen invloed op de hormoonhuishouding. Het wordt zelden of nooit uitgevoerd dus we beperken ons hier tot het castreren waarbij de eileiders en eventueel de baarmoeder verwijderd worden.

Wanneer castreren?
De mening over het tijdstip van castreren verschilt per dierenarts. Waar de één zegt dat het voor de eerste loopsheid dient te gebeuren, veegt de ander de vloer aan met die mening. In de vakliteratuur wordt enerzijds positief geschreven over vroege castratie terwijl er anderzijds ook over gezondheidsproblemen geschreven wordt na vroege castratie. Helaas wordt daar door dierenartsen nauwelijks op gewezen.

Reuen
Meestal is het niet nodig om een reu vanuit gezondheids oogpunt te laten castreren. Zeker niet op jonge leeftijd. Castreren op jonge leeftijd lijkt meer nadelen dan voordelen te hebben.

In de vakliteratuur valt hierover het volgende te lezen.

Voordelen:
– het risico op testikelkanker wordt met iets minder dan 1% verkleind.
– het risico op niet aan kanker gerelateerde prostaatproblemen wordt verkleind.
– het risico op peri-anale fistels wordt verkleind.
– het risico op diabetes wordt mogelijk verkleind. (dit is echter nog niet bewezen)

Nadelen:
– verhoogd risico op botkanker bij castratie op jonge leeftijd.
– verhoogd risico op harttumoren.
– verdrievoudigd risico op hypothyroїdie
(aandoening waardoor de schildklier niet genoeg schildklierhormoon kan aanmaken)
– verhoogde kans op dementie op latere leeftijd.
– verdrievoudigd risico op vetzucht met alle gevolgen van dien.
– verviervoudigd kans op prostaatkanker.
– verdubbeld risico op kanker van de urinewegen.
– verhoogd risico op schadelijke reacties op vaccinaties.

Soms wordt een reu gecastreerd om gedragsredenen. De hond zou handelbaarder worden en zich minder dominant gedragen als hij gecastreerd is. Het komt inderdaad voor dat een hond dan beter hanteerbaar wordt maar u moet zich dan toch ook afvragen of er geen opvoedkundig probleem aan ten grondslag ligt.

Teven
Bij teven ligt de situatie nog iets ingewikkelder. Het aantal voordelen kan in sommige gevallen groter zijn dan de nadelen. In het algemeen kan worden gesteld dat het voordeel afhangt van de gezondheid en de leeftijd van de teef en het risico op rasgebonden ziektes.

Voordelen:
– aanzienlijke verlaging van het risico op melkkliertumoren mits gecastreerd voor 2 jaar.
– het risico op baarmoederontsteking wordt praktisch uitgesloten.
– het risico op peri-anale fistels wordt verkleind.
– het heel kleine risico op tumoren van baarmoeder, baarmoederhals en eierstokken wordt
uitgesloten.

Nadelen:
– verhoogd risico op botkanker bij castratie voor de eerste loopsheid.
– verhoogd risico op hemangiosarcoma van de milt en sterk verhoogd risico op
hemangiosarcoma van het hart. (vormen van kanker met zeer slechte prognose)
– verdrievoudigd risisco op hypothyroїdie
(aandoening waardoor de schildklier onvoldoende schildklierhormoon kan aanmaken)
– verdrievoudigd risico op vetzucht met alle daaraan gekoppelde gezondheidsproblemen.
– incontinentie bij 4 – 20% van alle teven.
– verhoogd risico op steeds terugkerende ontstekingen aan de urinewegen.
– verhoogd risico op afwijkingen aan de vulva en ontstekingen aan de vulva, vooral bij
teven die op zeer jonge leeftijd gecastreerd zijn.
– verdubbeld risico op tumoren aan de urinewegen.
– vergroot risico op botafwijkingen.
– vergroot risico op schadelijke reacties op vaccinaties.

In de praktijk blijkt dat er dikwijls ook een vachtverandering optreedt bij met name halflang en langharige rassen maar ook bij rassen met een ruwharige vacht.
Vaak is de vacht niet meer mooi aansluitend omdat de ondervacht blijft groeien. Ruwharige vachten worden zachter waardoor plukken een haast onmogelijke taak wordt. Gecastreerde honden verharen doorgaans meer dan honden die niet gecastreerd zijn. Teven lijken hier meer last van te hebben dan reuen.
Ook kan er als gevolg van de veranderde hormoonhuishouding veranderingen in het gedrag optreden. De teef komt anders over naar reuen en dit kan haar onzeker of angstig maken. Een reu daarentegen kan door andere intacte reuen vervelend benaderd worden waardoor ook hij zich onzeker gaat gedragen.

Helaas is er geen pasklaar advies te geven voor elke hond. U moet zelf de voor- en nadelen goed tegen elkaar afwegen zodat u tot een weloverwogen besluit komt.

Als uw teefje na de loopse periode steeds weer schijndrachtig is dan kunt u haar beter laten castreren. Het risico op melkkliertumoren is dan sterk verhoogd.

Het hele artikel over feiten en fabels van castratie / sterilisatie is gepubliceerd in het blad “ de hondenwereld” jaargang 63 nummer 3, 2008. In dit artikel wordt verder ingegaan op de genoemde gezondheids problemen.